Rijongeschikt
1. Wat betekent een verklaring van rijongeschiktheid?
De rechter kan naast het opleggen van een bepaalde strafmaat ook bepalen dat u lichamelijk of geestelijk rijongeschikt bent om een voertuig te besturen (art 42 Wegverkeerswet) . Dit houdt in dat u voor een onbepaalde termijn niet meer de baan op mag.
Dit is een veiligheidsmaatregel die los moet worden gezien van de opgelegde straf. Dit houdt ook in dat de uitvoering van deze veiligheidsmaatregel niet wordt opgeschort wanneer er hoger beroep wordt aangetekend tegen het vonnis van de Politierechtbank.
In de praktijk gaat het hier meestal om een drugs- of alcoholverslaving.
2. Wanneer moet ik mijn rijbewijs inleveren en waar?
Indien u door de rechtbank rijongeschikt werd verklaard en u aanwezig was op de zitting moet u uw rijbewijs onmiddellijk afgeven. De rechter kan vragen om uw rijbewijs onmiddellijk af te geven aan de griffier ter zitting of u kan uw rijbewijs afgeven op de griffie van de rechtbank.
Indien u bij verstek werd veroordeeld gaat de rijongeschiktheid in op het ogenblik dat het verstekvonnis wordt betekend. Ook dan zal u uw rijbewijs op de griffie moeten afgeven,
3. Hoe kan ik van een verklaring tot rijongeschiktheid afkomen?
De rijongeschiktheid is van onbepaalde duur en moet door de rechter opnieuw worden opgeheven. Hiertoe dient men een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank die de ongeschiktheid heeft uitgesproken.
U zal moeten aantonen dat de reden voor het opleggen van de ongeschiktheid niet langer aanwezig is. Bij een drugs- of alcoholverslaving zal er een abstinentie moeten worden aangetoond van minimum 6 maand alvorens de rijongeschiktheid kan worden opgeheven.
Een verzoekschrift tot opheffing van de rijongeschiktheid kan pas ten vroegste worden ingediend 6 maand na de uitspraak. Indien het verzoekschrift zou worden afgewezen kan u hiertegen geen beroep aantekenen en moet u opnieuw 6 maand wachten alvorens een nieuw verzoek kan worden ingediend.
4. Mag ik nog met een elektrische fiets of step rijden?
Zowel het rijverbod uitgesproken als straf (art. 38 Wegverkeerswet) als het rijverbod uitgesproken als veiligheidsmaatregel (art. 42 Wegverkeerswet) viseren ‘motorvoertuigen’. Een elektrische fiets die trapondersteuning biedt tot maximaal 25 km/uur wordt niet gezien als een motorvoertuig, hetzelfde geldt voor een elektrische step. U kan dus wel degelijk een elektrische fiets of step besturen ondanks een rijverbod.
Anders is het voor bijvoorbeeld voor een speedpedelec, die een hogere ondersteuning biedt en waarbij hogere snelheden dan 25 km/u worden gehaald. Een speedpedelec wordt wel als motorvoertuig beschouwd en is dus eveneens in het verval inbegrepen.