Justitie bindt de strijd aan tegen veelplegers aan het stuur van firmawagens.

 Justitie bindt de strijd aan tegen veelplegers aan het stuur van firmawagens.

De wet verplicht rechtspersonen om de bestuurders van hun bedrijfsvoertuigen te identificeren bij een verkeersovertreding. Op die manier krijgt Justitie een duidelijk zicht op bestuurders die in de fout gaan, zelf als ze een firmawagen besturen. “Onze regels moeten het aantal verkeersdoden significant verminderen. Het is dus essentieel om veelplegers op een uniforme en systematische manier aan te pakken.”, legt Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne uit.

Vele ondernemingen blijken echter onvoldoende op de hoogte te zijn van deze wettelijke verplichting. Slechts in één op de drie gevallen wordt immers daadwerkelijk een bestuurder geïdentificeerd. “Ondanks tal van inspanningen om rechtspersonen bijkomend te informeren en hen extra hulpmiddelen aan te bieden om te voldoen aan deze identificatieplicht, blijft dat cijfer veel te laag.” zegt ook Minister Van Quickenborne, die spreekt over de nood aan een cultuuromslag.

De digitalisering binnen Justitie schiet te hulp

Een toenemende digitalisering binnen Justitie maakt dat rechtspersonen die nalaten om de betrokken bestuurder door te geven voortaan sneller in het vizier komen. Tal van ondernemingen ontvingen inmiddels al een minnelijke schikking voor de schending van de identificatieplicht bij eerdere verkeersovertredingen, waarvan het bedrag neerkomt op 509 euro. De identificatiegraad blijkt sindsdien opmerkelijk gestegen en wel van 33% naar 75%.

In een eerste fase zou Justitie een dergelijke identificatieboete enkel toesturen aan veelplegers, zijnde rechtspersonen die meerdere keren nalieten om de identiteit van geverbaliseerde bestuurders kenbaar te maken. Deze ondernemingen ontvangen daarvoor niettemin slechts één minnelijke schikking. Tegelijk krijgen ze een extra informatiefiche die de mogelijkheid biedt om alle andere overtredingen te regulariseren. “Bedrijven kunnen nu de bestuurders identificeren voor alle verkeersboetes die zij het voorbije jaar hebben ontvangen. Als een bedrijf de bestuurders onmiddellijk identificeert, dan volgt er geen extra boete.” aldus Van Quickenborne.

In een tweede fase, die volgend jaar zou aanvatten, ambieert Justitie een automatische aanpak van dergelijke inbreuken. Ondernemingen zullen dan bij elke overtreding een afzonderlijke minnelijke schikking mogen verwachten.

Getemperd door de rechtbanken

Bij niet-betaling van de minnelijke schikking worden ondernemingen meteen gedagvaard voor de politierechtbank. De straffen die dan worden uitgesproken zijn niet min, bevestigt ook het gespecialiseerd advocatenkantoor Intolaw. “De wetgever heeft op dergelijke overtredingen een minimumgeldboete gesteld van 4.000,00 euro, waar uiteraard ook de gerechtskosten moeten worden bijgeteld.” duidt Laurens Guinée, die aan het hoofd staat van de advocaten bij Intolaw.

“Los van het nobel doel, moeten we er uiteraard over waken dat enkel die ondernemingen veroordeeld worden waarvan het bewezen is dat ze zich schuldig hebben gemaakt aan een dergelijke overtreding. Net daar wringt soms de schoen.” aldus advocaat Guinée. “Vroeger bleken de brieven met het verzoek tot mededeling van de identiteitsgegevens niet altijd even duidelijk en werden ondernemingen om die reden wel eens vrijgesproken.”.

De brieven werden sindsdien aangepast en zouden voortaan uitdrukkelijk vermelden dat naast het betalen van de verkeersboete ook de bestuurder moet worden geïdentificeerd. Deze vraag om inlichting staat nu in het vet en in een kader op de boetebrief. De informatie wordt dus uitdrukkelijk meegedeeld.

Een wijziging in de rechtspraak van het Hof van Cassatie zorgt er volgens het gespecialiseerd advocatenkantoor Intolaw nu mogelijks toch voor dat een aantal van die boetes alsnog juridisch betwist kunnen worden.
“Waar tot in december 2021 de rechtspraak unaniem vooropstelde dat het Openbaar Ministerie enkel maar moest aantonen dat de vraag tot inlichtingen werd verstuurd naar de ondernemingen, blijkt dit nu in strijd te zijn met het algemeen rechtsbeginsel van het vermoeden van onschuld.” klinkt het bij Intolaw.

Het Hof van Cassatie oordeelde inmiddels dat het Openbaar Ministerie moet bewijzen dat de vraag tot inlichtingen ook daadwerkelijk werd aangeboden aan de rechtszetel van de onderneming of de vertegenwoordiger daarvan.” stelt advocaat Laurens Guinée. “Je kan immers een negatief feit, het niet ontvangen van bepaalde documenten, onmogelijk bewijzen.”

Een veroordeling voor het niet identificeren van de bestuurder bij een verkeersovertreding zou volgens Guinée voortaan dan ook enkel en alleen maar mogelijk zijn wanneer het Openbaar Ministerie aantoont dat de vraag om inlichtingen aangeboden werd aan de zetel van de rechtspersoon en deze laatste het vermoeden van ontvangst niet kan weerleggen. “Of dit bewijs daadwerkelijk wordt geleverd, zal steeds moeten worden beoordeeld op basis van concrete, feitelijke gegevens.”

Heb je zelf een dergelijke boete ontvangen? Neem vandaag nog contact op via onderstaand formulier en we bekijken samen wat uw opties zijn!


Neem contact met ons op

Actueel

 Trajectcontroles in België: een overzicht

Donderdag 14 Maart 2024

Trajectcontroles in België: een overzicht

Het aantal trajectcontroles is, voornamelijk in Vlaanderen, sinds de introductie in 2012 fors toegenomen. In dit artikel bekijken we de werking van de trajectcontroles van dichterbij en gaan we na wat hun impact op het rijgedrag en de algemene verkeersveiligheid is.

Lees meer
 Het gebruik van lachgas in het verkeer: De moeilijkheid van het bewijs

Dinsdag 20 Februari 2024

Het gebruik van lachgas in het verkeer: De moeilijkheid van het bewijs

Het recht toegankelijk maken, is ook in alle openheid en transparantie communiceren over maatschappelijke trends die we vanuit onze expertise als advocatenkantoor opmerken. Daarom geven we in dit artikel een korte toelichting over het gebruik van lachgas in het verkeer. We illustreren via een eigen dossier de bredere maatschappelijke lijnen en de bijhorende complexiteit.

Lees meer
 Verkeersovertredingen: een overzicht van de vier categorieën

Verkeersovertredingen: een overzicht van de vier categorieën

In België worden verkeersovertredingen ingedeeld in vier graden gebaseerd op de ernst van de overtreding. Hoe hoger de graad, hoe zwaarder de overtreding beboet wordt. Vierdegraadsovertredingen worden beschouwd als de ernstigste overtredingen, gevolgd door de derde-, tweede- en uiteindelijk eerstegraadsovertredingen. In dit artikel bespreken we enkele voorbeelden per categorie en welke straffen daarbij horen.

Lees meer
close menu 1u